landbouwmethode, waarbij bebouwing en braakligging ieder jaar werd afgewisseld. In de 8e eeuw vervangen door het → drieslagstelsel.
Ook bestond een systeemloze afwisseling van bebouwing en braak.Het land werd dan ontgonnen, enige jaren bebouwd; daarna liet men het weer woest worden (wilde veldgraseconomie). Dit werd in onvruchtbare streken tot in de 18e eeuw toegepast.
Litt. B.H.Slicher van Bath, De agrarische geschiedenis van West-Europa 500-1850 (1960)”.