Belg. gemeente in de prov. West-Vlaanderen (arr. leper).
Wordt reeds in de 7e eeuw vermeld als bezitting van de Sint-Bertijnsabdij van Sint-Omaars. Kreeg 1147 een stadskeure; kende in de 13e-14e eeuw een bloeiende lakennijverheid. Had nadien veel te lijden van branden en belegeringen. Werd in de 17e eeuw een centrum van hopteelt.