Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Oudewater

betekenis & definitie

Ned. gemeente in de prov. Utrecht.

Bestond zeker al in de 10e eeuw; behoorde tot het bisdom Utrecht: kreeg 1265 van bisschop Hendrik van Vianden stadsrecht; kwam 1280 als pand aan het graafschap Holland; 1349 bepaalde gravin Margaretha van Beieren, dat de stad nimmermeer van Holland gescheiden zou worden; in de 14e en 15e eeuw bloeiende handels- en nijverheidsstad. Bij de strijd van de Hoeken en Kabeljauwen hield het de zijde van de eersten en behoorde het tot de vestingdriehoek, waar Jacoba van Beieren zich 1425-28 wist te handhaven; 1481 door Maximiliaan van Oostenrijk veroverd; werd 1572 Staats; stond 1575—76 onder Spaans bewind, waaronder het ernstig leed (‘de Oudewaterse moord’): 1672 door Franse troepen bezet. Werd in de 18e eeuw door de achteruitgang van de vrachtvaart en de visserij, in de Franse tijd tevens door het continentaal stelsel, zwaar getroffen. 1.9.1970 kwam de stad weer aan de prov. Utrecht. Werd tot in het buitenland bekend door haar ‘Heksenwaag’, waar op grond van een privilege van Karel v tot in het begin van de 18e eeuw vrouwen, beschuldigd van hekserij, gewogen werden. Daar er, in tegenstelling tot praktijken in het buitenland, niet geknoeid werd, werden ze niet te licht bevonden en zo heeft de Waag te Oudewater talloze mensen het leven gered.Litt. A.C.van Aelst, Schets der staatk. en kerk. gesch. enz. der stad Oudewater tot 1575 (1893); C.K. Visser, Van de heksenwaag te Oudewater (1941); A.W.den Boer en J.Schouten. Oud Oudewater (1965); J.G.M.Boon e.a., Oudewater, vrijheid en gezag, 1570-S0 (1975).