(Vlaamse minimalisten), in België tussen de twee wereldoorlogen benaming voor gematigde flaminganten wier politieke actie uitging van het zgn. Minimumprogramma, dat 1917 zijn eerste formulering had gekregen bij de oprichting, onder uitgeweken Vlamingen, van een Vlaamsch Belg.
Verbond, dat onder leiding stond van → Frans van Cauwelaert. Anders dan de maximalisten. die in het oorlogsactivisme (→ activisme) of nadien als Vlaams-nationalisten, Vlaanderens politieke zelfstandigheid of federalisme in België nastreefden, aanvaardden zij de bestaande Belg. staatsstructuren, maar eisten niet minder de volledige gelijkheid op in rechte en in feite tussen Vlamingen en Walen en de algehele vernederlandsing in Vlaanderen van bestuur, onderwijs en rechtspraak. De vernederlandsing van de Gentse universiteit (1930) en de daarop volgende taalwetten (1932—35) hebben in hoge mate het programma der minimalisten (vooral leden van de kath. partij) verwezenlijkt. → Vlaamse Beweging.Litt. H.J.Elias, Vijfentwintig jaar Vlaamse Beweging, 1914-39 (4 dln. 1969).
