Belg. r.k. geestelijke, "13.1.1874 Vorselaar. ✝ 6.8.1961 Mechelen. Werd 1897 priester, 1901 hoogleraar te Leuven. 1907-26 vicaris-generaal van het aartsbisdom Mechelen en in die functie de rechterhand van kardinaal → Mercier. 1926 aartsbisschop van Mechelen en 1927 kardinaal.
IJverde voor de bouw van kerken, de oprichting van r.k. scholen, de bloei van sociale en charitatieve instellingen en van de Katholieke Actie. Nam stelling tegen het rexisme en het Vlaams nationalisme (1935-37). Tijdens de Tweede Wereldoorlog reageerde hij op energieke wijze tegen het optreden van de Duitse bezetter. Werken: De justo auctario ex contraciu crediti (diss. 1903). De virtute charitatis (1929). Godsdienstige richtlijnen voor deze tijd (1945). In den dienst van de Kerk (9 dln. 1939-61: brieven, toespraken enz.).Litt. E.Leclef. Kardinaal Van Roey en de Duitse bezetting (1945). J.Kempeneers, Le Cardinal Van Roey (1971); W.Plavsic. Le Cardinal Van Roey (1974).