Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Friese Beweging

betekenis & definitie

beweging die de Friese taal en belangen bevordert. Nadat het Fries (ca. 1525) niet meer voor bestuur en rechtspraak werd gebruikt, raakte het in verval waartegen verzet ontstond en vele Friezen probeerden hun taal weer te verheffen.

Dit streven, waarbij ook de eigen historie betrokken werd, vangt aan met de renaissance (Bogerman, Baardt, Gysbert Japicx, Hilarides). De romantiek versterkte het nationaal gevoel en er ontstonden verenigingen die de liefde voor eigen taal en historie wilden bevorderen. De oudste was het Fries Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde (1827) met de uitgaven; Friesch Jierboeckjen (1829—35). De Vrije Fries (1837 vlg.). Ontevredenheid over de weinig actieve wijze, waarop het Genootschap de taalstrijd voerde, bracht Tiede R.Dykstra (*1820, ✝ 1862). Harmen S.→ Sytstra en J.van → Loon tot de oprichting van het Selskip foar Fryske tael en skriftekennisse (1844). dat de tijdschriften: Iduna (1845-70).

Forjit my net (1871 — 1915). Fryslan (1916—41) en het jaarboekje Swanneblommen (1850-1916; 1934-35) uitgaf. Eind 19e, begin 20e eeuw werd vooral het onderwijs in het Fries bevorderd, als tegenwicht tegen het opdringende Nederlands. In 1912 werd een Fries onderwijsdiploma ingesteld.In 1908 werd door S.→ Huismans en G.A.→ Wumkes het Kristlik Frysk Selskip gesticht, dat vooral de calvinistische Friezen, die tot dan toe weinig actief waren geweest, wilde winnen voor Fries in de kerk. De Jongfryske Mienskip. in 1915 door D.→ Kalma opgericht, betrok vooral de jongeren in de Beweging, stelde met klem nationale eisen en wenste het Fries in kerk. school en rechtszaal. De Staten van Friesland stelden 1928 de Prov. underwysrie in ter bevordering van het lager, middelbaar en hoger onderwijs door overheidssubsidie. Van rijkswege kwam 1930 te Groningen een lectoraat. 1941 een professoraat in het Fries; Amsterdam (1934). Utrecht (1935) en Leiden (1951) bezitten bijzondere leerstoelen voor het Fries, terwijl de Vrije Universiteit te Amsterdam in 1949 een buitengewoon hoogleraar aanstelde. Een wetswijziging maakte 1937 facultatief Fries onderwijs op de lagere school mogelijk. Om de Friese wetenschapsbeoefening te coördineren en te stimuleren werd te Leeuwarden de Fryske Akademy opgericht (1938). die het tijdschrift It Beuken, Ut de Smidte uitgeeft.

In de Tweede Wereldoorlog probeerden de Duitsers de Friese Beweging voor zich te winnen door vervulling van de Friese wensen in het vooruitzicht te stellen. In 1945 werd als overkoepelend orgaan ter behartiging van algemene Friese belangen de Ried fan de Fryske Biwegung opgericht. Het verzet tegen de toenemende centralisatie werd groter; er waren Friezen die een federatief verband met het Ned. Rijk voorstonden, ter bevordering van de Friese cultuur en economie. Het verst ging Striidboun ’Fryslan Frij‘ (1948). De Fryske Kultuerried (1945) stimuleert en organiseert algemene en Friese culturele evenementen.

Volgens de wct-Donker van 11.5.1956 is men bevoegd zich van de Friese taal te bedienen wanneer rechtszittingen in Friesland worden gehouden. De wet-Cals (1955) stond het Fries toe als voertaal in de lagere klassen van de basisschool. De Mammoetwet (in werking 1.8.1968) opende de mogelijkheid het Fries als eindexamenvak te kiezen bij vwo, havo en mavo. Een wetswijziging in 1974 opende het uitzicht op verplicht onderwijs in het Fries op de basisschool. In 1969 stelde de regering een interdepartementale commissie Friese-taalpolitiek in (Commissie-Van Ommen). Haar rapport (1970) bracht op de rijksbegroting een afzonderlijke post voor de ‘Instandhouding en bevordering van de Friese taal en taalcultuur'. Bij de Statenverkiezing doet sedert 1966 de Frysk Nasionale Partij mee (opgericht 1965), die ijvert voor federatieve opbouw van Nederland en Europa, vergroting van de provinciale zelfstandigheid en volledige gelijkberechtiging van de Friese taal.

Litt. J.Piebenga, Het goed recht van de Friese beweging (1938): P.Wybenga, Decentralisatie (1948); Tinkboek fan it 100-jierich bistean fan it Selskip foar Fryske tael en skriftekennisse (1948); K.Fokkema, Over de groei van hel Friese taalbesef (1949); Y.Foppema, Het Fries in Ned. (1952): K.Boelens en J.v.d.Veen, De taal van het schoolkind in Friesland (1956); Y.N.Ypma, Friesland annis Domini 1940—45 (2c dr. 1965); L.Pietersen. De Friezen en hun taal (1969); Friesland 1945 -1970 (1970); K.Boelens. Friese taalpolitiek (1972); Sj.van der Schaaf. Skiednis fan de Fryske biweging (1977); G.R.Zondergeld, de Friese beweging in het tijdvak der beide wereldoorlogen (1978).