Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Convooien en licenten

betekenis & definitie

in de Noordned. Republiek belastingen, geheven door de → admiraliteit.

Oorspronkelijk moesten de konvooigeldrn betaald worden voor de oorlogsschepen die de koopvaarders konvooieerden, terwijl licentgelden verlofgelden waren om handel te mogen drijven op de vijand en wel op de Zuidned. havens die in Spaanse handen waren. Na de Vrede van Munster (1648) bleven beide belastingen bestaan, maar kregen toen het karakter van in- en uitvoerrechten. De aangifte werd op grote schaal ontdoken (smokkelarij, corruptie van ambtenaren e.d.). Men streefde wel naar bestrijding van de fraude, maar vergeefs. In 1795 werden zij opgeheven. Er bestonden ook binnenlandse konvooigelden, d.w.z. invoerrechten op artikelen uit een andere provincie en hoewel art. 13 van de Unie van Utrecht deze bevoordeling van eigen ingezetenen verbood, zijn zij tijdens de Republiek nooit opgeheven. Litt. J.H.Kernkamp. De handel op de vijand (2 dln. 1931-34); J.dc Vries, De ontduiking der convooien en licenten in de Republiek tijdens de 18e eeuw' (TvG, 1958); J.L.F.Engelhard, Het generaal-plakkaat van 31.7.1725 op de convooien en licenten en het lastgeld op schepen (1970).

< >