Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Buitenpoorter

betekenis & definitie

(ook: landpoorter, hagepoorter); benaming voor een poorter van een stad, waar hij niet blijvend verbleef. Door buitenpoorters in te schrijven konden de steden haar invloedssfeer buiten het stedelijk territoir vergroten.

De buitenpoorters hadden verplichtingen, o.m. het vervullen van krijgsdienst voor hun stad en er een bepaalde tijd per jaar verblijven, maar behielden de voordelen van het poorterschap, b.v. tolvrijdom, schotvrijheid, vrijstelling van de rechtspraak van de heer, waardoor de landsheren zich dan ook beijverden de landpoorterij aan banden te leggen.LITT.: J.Verbeemen, De buitenpoorterij in de Nederlanden (in: BGN, 1957).