Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Arnulf I

betekenis & definitie

de Grote, of de Oude. graaf van VLAANDEREN (918-65), *ca.900, t27.3.965; zoon van Boudewijn II. Na diens dood werd Vlaanderen onder zijn zoons Arnulf en Adalulf verdeeld.

Arnulf, dc oudste zoon, erfde het noordelijke en grootste deel van het graafschap. Bij de dood van Adalulf (933) annexeerde Arnulf diens gebied ten nadele van diens zoons. Daarna breidde hij zijn rijk verder uit naar het zuiden. Op het einde van zijn leven strekte zijn rijk zich uit van de Schelde tot over de Somme. Belangrijk is ook zijn optreden als Iekeabt van de grote abdijen van het graafschap. Met de hulp van → Gerard van Brogne herstelde hij er een regelmatig kloosterleven.

Arnulfs zoon Boudewijn stierf reeds in 962. Om zijn opvolging door zijn kleinzoon veilig te stellen. was Arnulf gedwongen het graafschap toe te vertrouwen aan de Franse koning Lotharius.