Germanismen in het Nederlands

Dr. S. Theissen (1978)

Gepubliceerd op 11-06-2020

Uitbalanceren

betekenis & definitie

‘Een uitgebalanceerd assortiment merkartikelen.’ (De Telegraaf,
14.10.72, p. 61)
‘Uitgebalanceerde opnamearm.’ (Het Parool, 12.10.72, p. 24) ‘De nieuwe automobielen zijn qua konstruktie perfekt uitgebalanceerd.' (Elseviers Magazine, 18.11.72, p. 15)

Evenals enkele puristen, beschouwt Van Dale uitbalanceren als een germanisme (D. ‘ausbalancieren’) voor ‘belanceren, in evenwicht brengen’.
Sinds de jaren ’50 wordt uitbalanceren echter door de andere woordenboeken (behalve door Kramers, die het niet vermeldt) als correct Nederlands aanvaard. Het mag dus als ingeburgerd worden beschouwd. Het komt vooral, in figuurlijke betekenis, in de reclametaal voor.