Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Wessel Albertus van Hengel

betekenis & definitie

nederlandsch godgeleerde, geb. 12 November 1779 te Leiden, sedert 1815 professor der protestantsche theologie aan de hoogeschool te Leiden, heeft als exegeet eene europ. vermaardheid. Van zijne talrijke uitmuntende werken noemen wij: Interpretatio Epistolm Pauli ad Romanos (2 dln. 's-Hertogenbosch en Leipzig 1854 —59); Geschiedenis der Zedelijke en Godsdienstige beschaving van het hedendaagsch Europa (4 dln.; dl. 1 en II Amsterdam 1831 en 36, dl.

III en IV ZaltBommei 1841 en 44. Tweede vermeerderde en verbeterde druk, 3 dln. Haarlem 1860—66).

< >