een volksstam, die totOostenrijk, Rusland en Turkije behoort, en op 10 millioen menschen geschat wordt, waarvan het vijfzesde de Grieksch-katb.,éénzesdede Roomsch-kath. kerkleer belijdt. De W. zijn afstammelingen der illyrischthracische bewoners van het oude Dacië, die door de Romeinen geromaniseerd werden; vandaar dat de W, zich zelven Romanen noemen, en dat hunne taal (het Waluchisch), die overigens, behalve eenige oud-dacische resten, veel slawische bestanddeelen bevat, tot de romaansche talen gerekend wordt.
Spraakkunsten van het Walaehisch leverden o. a. Maier (Weenen 1826) en Ciparin (Blasendorfl854); woordenboeken, Vailiant (waiach.-fransch, 2 dln. Bucharest 1839), Slaniati (walach.-duitscl), Jassy 1852) eu Baritz(wal.-d.2dln. Bucharest 1853—54).