Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Vicenza

betekenis & definitie

lat. Vicentia, fransch Vicence, stad in het Venetiaansche, aan den Bacchiglione, 9 mijlen bewesten Venetië; 34,000 inw.; is de hoofdplaats der provincie V. (ruim 50 vierk. mijlen, met 318,000 bewoners).

Gesticht in den tijd derRasena, werd de stad V. geplunderd door Alarik (401) en door Attila (452). Onder de Longobardeu was V. de hoofdstad van een hertogdom, en in de 12e eeuw werd het een der republieken van Opper-Italië. In 1236 werd V. geplunderd door Frederik II; in 1404 kwam het aan Venetië, was van 1509 tot 1516 bezet door Maximiliaan, doch werd bij den vrede van Noyon aan de Franschen teruggegeven. In 1796 door de Franschen bezet, werd V. in 1805 hoofdplaats van hel departement Bacchiglione (koninkrijk Italië), kwam 1814 weder aan Oostenrijk, 1866 aan het nieuwe koninkrijk Italië. Door Napoleon I was de titel van Herteg van V. geschonken aan Caulaincourt.

< >