Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Titus aurelius fulvus antoninus pius

betekenis & definitie

geb. 86 na Chr. te Lanuvium, romeinsch keizer van 138 tot 161. Hij stamde af van eene familie uit het zuiden van Gallië, waardoor sommige schrijvers, in plaats van te zeggen dat zijne familie van daar herkomstig was, als zijne geboorteplaats verkeerdelijk Nemausus (d. i.

Nîmes) opgeven. A. was een der vier consulares onder wie Adriaan het bestuur van Italië verdeelde,ging vervolgens als stadhouder naar Azië,en werd geadopteerd door Adriaan, dien hij opvolgde op den troon.Onderzijncregeringgenoothetrijkrnst en gelnk; hij zelf was matig en eenvoudig, hulpvaardig jegens noodlijdenden, een vereerder van deugd en wijsheid, en een vader voor zijn volk. De vervolgingen tegen de Christenen temperde hij zooveel mogelijk; oorlog voerde hij nagenoeg alleenlijk in Britannié. Den bijnaam Pius, d. i. de Vrome, verwierf hij door zijnen onvermoeiden ijver voor het in eere houden van de nagedachtenis zijns pleegvaders, in wiens praalgraf ook zijne assche bijgezet werd.

< >