Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Stanislas (Polen)

betekenis & definitie

twee koningen van Polen, nl.:

I, Leczinski, geb. 1677 te Lemberg, zoon van Raphaél Leczinski, die wojwode van Posen was, werd 1704 door den invloed van Karel Xll van Zweden totkoning van Polen gekozen, doch kon zich na den slag van Pultawa niet langer staande houden, moest vluchten, en kwam na velerlei wederwaardigheden naar Weissenburg in den Elzas. Hier werd zijne dochter Maria verloofd met Lodewijk XV. Na den dood van August II verscheen S. weder in Polen; doch de invloed van Rusland was reeds zoo machtig, dat S. zich slechts met moeite uit het belegerde Dantzig kon redden. In 1735 werd hem voor levenslang Lotharingen en Bar toegewezen. Hij stierf 1766.

II Poniatomki, de laatste koning van Polen, zoon van graaf Stanislas Poniatowski, beviel aan de grootvorstin Catharina (later keizerin van Rusland), die hem tot minnaar nam, en reedsspoedig bewerkte, dat hij den titel ontving van ambassadeur van Polen bij het hof van St.-Petersburg. Bjj den dood van koning August III bewerkte Catharina (toen reeds keizerin) dat S. tot koning van Polen verkoren werd (1764). Zijne regeering was echter een tijdvak van onafgebrokene woelingen; 3 Nov. 1771 werd hij zelfs door saamgezworenen der beruchte Confederatie van Bar opgelicht en weggevoerd; zij lieten hem echter op zijne dringende vertoogen weder los. Hij was niet in staat de eerste deeling van Polen te beletten, de tweede evenmin, en 1795 deed hij afstand van den troon, waarop eene derde deeling volgde. Hij nam de wijk naar Grodno, waar de door Polen’s deeling gebaat wordende mogendheden hem een jaargeld toelegden. Hij stierf te Petersburg 1798.

< >