Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Sion

betekenis & definitie

1) een der vier heuvelen, op welke Jeruzalem gebouwd is; dichterlijk wordt met den naam S. menigmaal geheel Jeruzalem bedoeld ; dan wordt het ook veel Zion gespeld (zoo o. a. in de Psalmen David’s en bijna overal in het O. T„ waarin liet meer dan 150-maul voorkomt).

In het N. T. (Matlh. 21, Joh. 12. Rom. 9 en 11, Hebr. 12,1 l’etr. 2, Ojieub. 11) beteekent S. de gemeente Gods.2) stad in stam Issaschar; Jozna 19: 19.
3) duitsch Sillcn, het Sedunum der ouden, hoofdstal! van het zwils. kanton Wallis, aan de samenvloeiing van de Stotine met de Rhône, 10 uren gaans bezuiden Rem; 3000 inw.; twee bouwvallige kasteelen; was oudtijds de hoofdstad der Sedanen; werd in de middeleeuwen geregeerd doof zijne bisschoppen; in 1798 bemachtigd door de Franschen, was S. onder het keizerrijk de hoofdplaats van het departement van den Simplon.—
4) stad in britsch O. I., presidentschap Bombay, op denoordknst, vierdhalf uur gaans benoorden Bombay.

< >