aanzienlijk russisch geslacht, welks stamheer Andreas, bijgenaamd Kobyla (d. i. de Merrie), in 1341 uit Pruisen naar Moskon kwam, waar hij in dienst trad van grootvorst Simeon den Trntsche. Zijn zoon Fedor, bijgenaamd Kosjka (d. i. de Kat), had vijf zonen, van welke de vier liniën R., Soechowo-Kobyhn, Kaljtsjew en Sjeremetjew afstamden.
Fedor’s kleinzoon Zacharji liet twee zonen na, nl. Jakow (wiens afstammelingen zich Zacbarjin-Jakowlew noemden), en Joerj (die door zijnen zoon Roman [gest. 1543] de stamheer werd der linie Zacharjin Joerjew). De dochter van Roman, nl. Anaslasia, trouwde 1547 met tsaar lwan IV, en werd de moeder van tsaar Fedor I. De broeder van keizerin Anaslasia, nl. Nikita Romanowitsj (d. i. Romau’s zoon), trouwde met Eudokia prinses van Soesdal, die afstamde van eenen broeder van Alexander Newslsy, en uit dit huwelijk werden vijf zonen geboren, van welke de oudste was Fedor, die door tsaar Fedor I op diens sterfbed bestemd werd tot troonopvolger; doch Boris Godoenow verbande of vermoordde al de mannelijke leden der familie,alleen uitgezonderd Fedor (die in de nabijheid van Archangel monnik werd ónder den naam van Filaret) en diens zoon Michaël. Door George Olrepjeff tot metropoliet van Moskou benoemd, wist Filaret het daar zoo ver te brengen, dal de bojaren, die een inboorling des lands op den troon verlangden, hunne keus vestigden (1613) op zijnen zoon Michaël (zie 10 regels lager). De dynastie Romanow regeerde van 1613 tot 1762, en eindigde met den persoon van keizerin Elizabeth, die kinderloos stierf; zij werd vervangen door de dynastie Holslein-Gottorp, die door aanhuwelijking aan haar vermaagschapt was. (Karel Peter Ülrik, die na Elizabeth regeerde onder den naam van Peter III, was een neef van Elizabeth en zoon van eene zuster dier keizerin, nl. Anna, hertogin van Holstein-Gotlorp, dochter van Peter den Groole.) Voor de tsaars uit het huis R., zie het art. RUSLAND.(Michaël), tsaar of keizer van Rusland, zoon van Fedor Nikititsj, werd 1613 door de te Moskou bijeengekomene Statenvergadering tot tsaar gekozen, en had bij zijne troonsbeklimming den naijver te bekampen van Zweden en Polen. Na eenen korten oorlog sloot hij met Zweden den vrede van Stolbowa, waarbij hij Ingermanland en Carelië afstond aan Gnstaaf Adolf. In 1618 sloot hij een veertienjarig bestand met Wladislas,zoon van den koning van Polen, dievoorwaartsgedrongen was tot Moskou: de Polen bleven meester van de hertogdommen Smolensk, Severië en Tsjernigow, in welk bezit zij bestendigd werden bij den vrede van Wiasma (1634). Door de raadgevingen zijns vaders geleid, zou Michaël R. het werk der beschaving' in Rusland met kracht ter hand hebben ge-! nomen, indien niet' een vroegtijdige dood (1645) hem hadde weggerukt. Hij liet den trooU na aan zijnen zoon Alexius. Onder de regeering van Michaël stond er een valsche Demelrius op, die in eenen korten tijd vrij veel aanhang vond, doch spoedig werd gevat en opgehangen.