zijn adellijke personen in Moldavië en Walachijë (in laatstgen. land heeten ze Boljaden), beteekent oorspronkelijk het zelfde als Czech, Lech, Bolgarex, d. i. vrije grondbezitter. In Rusland was dit de titel voor ieder, die van adel was; en in uitgebreideren zin werden ook de hoogste ambtbekleeders des rijks (genomen uit de aanzienlijkste geslachten) B. genoemd; ze hadden vele privilegiën,en stonden zoo hoog in aanzien, dat er zelfs een spreekwoord was : • De keizer heeft het bevolen, de B. hebben het goedgevonden".
Waren de B. menigmaal een heilzamen slagboom voor de keizerlijke willekeur, toch waren ze om hunne hoovaardij en aanmatiging bij het volk gehaat. Peter de Gr. schafte al de privilegiën der B. af, zoodat ze geen zitting meer hadden in den keizerlijken raad, waar ze vervangen werden door rijksraden.
