Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

René descartes

betekenis & definitie

gewoonlijk Renatus Cartesius genoemd, beroemd fransch wijsgeer, metSpinosa stichter der nieuwe philosophie, geb. 31 Maart 1596 uit aanzienlijke ouders te Lahaye inTouraine, studeerde met lof onder de leiding der Jezuiten te La Flèche, trad 1617 als vrijwiller in hollandsche krijgsdienst onder prins Maurits, diende 1619 onder den hertog van Beijeren, doch verliet 1620 de militaire loopbaan, en begon te reizen door Duitschland, Holland en Italië. Verscheidene malen bezocht hij Parijs; doch in 1629 vestigde hij zich in ons land, waar hij nu te Amsterdam, dan te Deventer, nn te 's Hage, dan te Leyden woonde, en het grootste gedeelte zijner werken schreef.

Op vleijende uitnoodiging van. koningin Christina, ging hij zich 1649 in Zweden vestigen, doch stierf te Stokholm 11 Febr. 1650, dus kort na zijne aankomst aldaar. Zijn lijk werd naar Parijs vervoerd, en daar in de kerk der heilige Genoveva bijgezet, hoewel er geen lijkrede mogt uitgesproken worden, want verscheidene werken van 1). staan te Rome op den Index. Zijne wijsbegeerte had vinnige bestrijders; doch zijne groote vereerders waren nog veel talrijker. Opmerkelijk is het, dat D. begon met niets te gelooven, en zelfs zijn eigen bestaan in twijfel te trekken; vandaar zijne bekende stelling ; Cogito, ergo sum, d. i. ik denk,dus besta ik. Dit werd het punt van uitgang, waarop hij zijn philosophisch stelsel (het Cartesiaansche stelsel) opbouwde, hetwelk hem leidde tot erkenning van de onsterfelijkheid der ziel en tot de zoo gretig door het gros omhelsde stelling, dat de dieren niets anders zijn dan levende machines. D. was niet alleen wijsgeer, maar tevens een groot wis-, sterre- en natuurkundige. Zijne mathematische en philosophische werken verschenen in het Latijn te Amsterdam (9 dln. 1692—1701), en in het Fransch te Parijs (13 dln. 1722—29; en herdrukt 11 dln. 1824—26).Na zich langer dan eene halve eeuw staande te hebben gehouden, moest het Cartesiaansche stelsel plaats maken voor de stelsels van Locke, Newton, Leibnitz; het bleef echter nog het heerschende systeem in Frankrijk tot op Condillac, en voor Voltaire was de taak weggelegd om aan het Cartesianismus den genadeslag te geven.

< >