geneesheer en kruidkundige, geb. 23 Nov. 1553 te Marostica bij Venetië, gest. als professor der botanie, 7 Januarij 1617, te Padua, bragt eerst verscheidene jaren in Egypte door, werd 1384 benoemd tot geneesheer op de vloot van Andrea Doria, en tien jaren later tot de betrekking, die hij bekleedde tot aan zijnen dood. Zijne werken, waaronder Historia naturalis Ægypti (2 dlu.,Leyden 1735), De praesagienda vita et morte aegrotantium (Padua 1603; in 1710 te Leyden uitgegeven door den beroemden Boerhaaie), De medicina methodica (Padua 1611), munten uit door scherpzinnige opmerkingen.
A. gaf ook voor het eerst naauwkeuriger inlichtingen aangaande den koffijboom.