eene kerkelijke partij in Groot-Britannië en Noord-Amerika, die onafhankelijk van de engelsche staatskerk haar eigen kerkwezen regelt: elke gemeente kiest zelve hare ouderlingen, diakenen en predikanten, welke laatste allen even hoog in rang zijn, dus noch bisschoppen, noch kerkelijke overheden boven zich hebben. Alleen de predikanten (presbyteri) der schotsche P. hebben boven zich eene provinciale synode, en aan het hoofd van dit kerkgenootschap staat eene algemeene synode.
De P. zijn ontstaan in het midden der 16e eeuw. Toen de hoogste kerkelijke macht aan koningin Elizabeth opgedragen was, en de uniformiteitsacte (1559) eene algemeene liturgie voorschreef, vereenigden zich eenige personen om eene kerkregeling te verkrijgen, geheel en al gezuiverd (gepurifiëerd) van hiërarchische instellingen, en geschoeid op de leest der kerkregeling van de Gereformeerden: zij werden bestempeld met de namen Noncorformisten, Puriteinen en P. In 1572 richtte de predikant Field te Wandsworth (een dorp bij Londen) de eerste gemeente van P. op, en hun aantal werd hoe langer hoe grooter, in weerwil van de vervolgingen onder Jacobns I en Karel I, welke vervolgingen zich ook tot de Presbyteriale Kerk van Schotland uitstrekten. Nadat de maatregelen van Karel II (1660) om de Bisschoppelijke (Episcopale) Kerk te herstellen, een groot aantal P. genoopt hadden om uit hun vaderland te verhuizen naar Noord-Amerika, verkregen zij later (1689) bij de Toleranlie-acteonder Willem III, dat zij als kerkgenootschap in het rijk geduld wierden.