plebejisch romeinsch geslacht, waartoe behooren:
Lsenas (Mareus), bekleedde 359 v. Chr. het consulschap, en stilde toen eenen opstand van het plebs tegen den senaat; later (350 v. Chr.) streed hij roemrijk tegen de Tiburten en Galliërs.
Lsenas (M.), 173 v. Chr. consul, voerde met krijgsgeluk oorlog legen de Liguriërs, die hij echter onrechtvaardig behandelde; hij werd deswege in staat van beschuldiging gesteld, doch door prelor Licinius aan eene veroordeeling onttrokken. In den Macedonischen oorlog stond hij consul Marcius Philippus ter zijde als consularis.
Lsenas (Cajus), broeder van den vorige, werd in 170 door den senaat afgevaardigd tot AnliochusEpiphanes, koning van Syrië, om hem te verbieden vijandelijkheden te plegen tegen Ptolemeüs VI, koning van Egypte en bondgenoot der Romeinen. De syrische monarch meende de hem gestelde vraag op eene sluwe manier te ontwijken; doch P., die dit merkte, beschreef met zijnen staf eenen kring op den grond rondom des konings persoon, en verbood hem, dien kring te overschrijden alvorens een bepaald antwoord te hebben gegeven. Deze stoutmoedige handeling boezemde Antiochns ontzag in, en hij liet zijn eerste plan varen.
Lsenas (M.), ging 139 v. Chr. als consul naar Hispania, waar hij ongelukkig oorloogde legen de Numuntijnen.
Lsenas (P.), zoon v. Cajns, maakte zich door zijne strengheid in het geding tegen de medeplichtigen van Tib. Gracchus zoo gehaat, dat C.Gracchus in 123 v. Chr. bewerkte, dat P. werd gebannen; doch L. Calpurnius Beslia verkreeg, dat P. teruggeroepen werd.
(Cajus), werd in den Cimbrischen oorlog door de helvclische Tigurijnen ingeslolen (107 v. Chr.), en moest vernederende voorwaarden aannemen, om met zijne armee ongemoeid terug te mogen trekken. Te Rome teruggekeerd,onttrok hij zich aan de hem wachtende straf, door de wijk te nemen naar buitenslands.
Popilia, de moeder van Q. Lutatius Catulus, was de eerste romeinsche vrouw', op wie eene openbare lofrede gehouden werd.
(P.), zoon van eenen vrijgelatene, werd wegens ninkooperij veroordeeld, nadat censor Lentulns hem reeds vroeger tegen eene dergelijke aanklacht beveiligd had (70 v. Chr.).
Lsenas (C.), insgelijks uiL den sland der vrijgelatenen, is de bekende moordenaar van Cicero, die hem vroeger tegen eene aanklacht vrijgepleit had.