de Pomptima palus der ouden, eene groote moerasstreek, die zich ten zuiden van Rome uitstrekt, van Neltuno tot Terracina, omstreeks 6 mijlen lang en 1 a 2 mijlen breed. In de hooge oudheid waren de P. bewoond; doch de 33 steden, die men er aantrof, verdwenen reeds in den vroegslen tijd.
Reeds Appius Claudius deed 312 v. Chr. eene poging om de P. droog te maken. Nerva en Trajanus lieten onderden Appischen weg, die door de P. liep, bruggen maken om de waterlozing te bevorderen; ook de patriciër Decius (in het laatst der 6e eeuw) en later de pausen Leo X en Sixlus V hebben veel gedaan lol verbetering van de P.; doch vooral veel is in dat opzicht verricht door paus Pius VI, die van 1777 tot 1781 den Appischen weg deed herstellen, welke sedert 1580 verwaarloosd lag; hij liet ook verscheidene kanalen graven, o. a. hel kanaal, dal naar hem genoemd is. Napoleen I had het plan opgeval om de drooglegging van de P. te laten aanvangeu op groote schaal; doch door de gebeurtenissen van 1814 bleef dat plan onverwezenlijkt.