Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Philippus (Judea)

betekenis & definitie

zoon van Herodes den Groote, koning van Judea, ontving van Augustus (in ’t jaar 1 na Christus' geboorte) den titel van tetrarch (d. i. viervorst) met eenige provinciën van het koninkrijk Judea (Trachonitis, Batanea, Iturea). Hij bestuurde die met wijsheid, en stierf anno 33.

Hij had in Palestina de stad Cesarea, bijgenaamd van Philippus, gesticht (Cmsarea Philippi). Hij wordt in het N. T. vermeld Matth. 14:3; Mare. 6:17; Luc. 3 : 1, 19.

< >