geb. 2 Febr. 1808 te Parijs, aanvankelijk advocaat aldaar, maakte veel naam door zijne pleidooien in staatkundige processen. Sedert 1841 afgevaardigde, behoorde hij tot de uiterste linkerzijde, en nam 1847 levendig deel aan de reform-beweging.
In 1848 lid der voorloopige regeering, was hij daarin het orgaan der revolutiepartij, aan welke hij zich nog nauwer aansloot toen hij in Juni van het gezag was verwijderd. Bij den Juni-opstand 1849 moest hij naar Engeland vlochten, welks instellingen vervolgens door hem gehekeld werden in zijn geschrift: De la décadence de ïAngleterre (2 dln. Parijs 1850). In 1857 werd hij beschuldigd van deelneming aan eenen aanslag tegen het leven van Napoleon III, en deswege bij verstek tot deportatie veroordeeld.