Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Papirius

betekenis & definitie

een romeinsch patricisch geslacht, met de bijnamen Crassus, Cursor, Paetus, enz.; eene plebejische linie van dit geslacht voerde de bijnamen Carbo en Turdus. De voornaamste leden van dit geslacht zijn:

1) schrijver van eene verzameling koninklijke wetten (Jus Papirianum), doorhem te boek gesteld in den eersten tijd der Republiek.
2) Cursor (Lucius), meester der ruiterij in 340 v. Chr., consul in 325, 319, 318,314,312, dictator in 323 en 308, onderscheidde zich tegen de Samnieten, de Sabijnen en de Prenestijnen; hij bracht zijne armee onder de strengste krijgstucht, wischte de schande der Caudijnsche Vorken uit door de herovering van Lucerië (320), en verwierf den roem van nllerbekwaamslen veldheer der Romeinen. De strengheid van P. in zake van krijgstucht was zoo groot, dat hij in 323 v. Chr. zijnen ruiterij-meester Fabius ter dood veroordeelde, omdat die slag had geleverd in strijd met P.’s verbod: alleen door de smeekingen der gansche bevolking liet P. zich vermurwen, om F., die in den bedoelden slag de overwinning bevochten had, de doodstraf kwijt te schelden.
3) Cursor (Lucius), zoon van den vorige, consul in 293 en in 272 v. Chr., bevocht 293 v.Chr. de overwinning van Aqnilonia op de Samnieten, en versloeg hen andermaal, zoomede deLucaniërsende Brutiörs in 271 v. Chr.
4) Maso (Cajus), consul in 230 v. Cbr., bracht Sardinië en Corsica (beiden reeds sedert 237 v. Chr. onder romeinsch gezag, doch telkens in opstand) volkomen tot onderwerping, zoodat ze in romeinsche wingewesten herschapen werden. Daar hem de groote triomf niet werd toegewezen, hield hij zijnen zegetocht op den Albaanschen berg, welk voorbeeld later menigmaal navolging vond.
5) Carbo; zie CARBO.

< >