Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Orangisten

betekenis & definitie

1) verklaarde voorstanders van het huis van Oranje.

2) de protestantsche partij in Ierland. Aanvankelijk werd de naam van 0. (1689) bij wijze van schimpnaam gegeven aan de lersche Protestanten, die Willem III van Oranje vereerden als hunnen lievelingsheld, terwijl hij in even hooge mate gehaat was bij de Roomsch-katholieken, die goed en bloed veil hadden voor de zaak van Jacobus II. Door Willem III werd echter het oproerige Ierland tot onderwerping gebracht, en zoodoende het engelsch-protestantsche overwicht in Ierland opnieuw versterkt. De aanhoudende woelingen van het Roomscb-Catholicismus in Ierland, om dat overwicht te fnuiken ert zoo mogelijk te vernietigen, gaven aanhoudend aanleiding lot bezorgdheid, totdat 21 Sept. 1795 de voornaamste Orangemen (d. i. Oranje-mannen) de handen ineensloegen om tegenover den Bond der vereenigde leren eene vereeniging tot stand te brengen, die zich ten taak stelde de handhaving van het protestantsche overwicht en van de protestantsche troonopvolging ook in Ierland; die vereeniging noemde zich Orange-loge. Reeds in 1798 werd de groote loge van Ierland gesticht, en door de Unie van 1800 werden de O. in Ierland heerschende partij. Sedert dien tijd werd de spanning tnsschen de tegenover elkander staande partijen hoe langer hoe grooter, en sloeg niet zelden over tot betrèurenswaardige tooneelen van geweld, zoodat het raadzaam werd geacht het bestaan der Oranje-loges te verbieden, welk verbod 1832 uitgevaardigd werd; van dat tijdstip af bestonden ze als geheime Orde. De anglic. bisschop van Salisbury was president; de hertog van Cumberland (later koning van Hanover) was grootmeester. In Ierland moeten over de 1500 en in Engeland ruim 350 zulke Oranje-loges bestaan hebben, te zamen ver over de 300,000 leden tellende, toen in 1835 door den ierschen afgevaardigde Finu werd aangedrongen op het instellen van een onderzoek, waarvan het resultaat werd, dat én gouvernement èn parlement noodig oordeelden voortaan op het drijven der O. een wakend oog te houden. Daarop volgde 1836 de verklaring van den hertog van Cumberland, dat hij aan de loges had aanbevolen zich te ontbinden, hetgeen ze dan ook, althans wat den vorm van haar bestaan betreft, deden; de partij der O. heeft zich toen opgelost in de Tory-partij.

< >