Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Omar (kalif)

betekenis & definitie

naam van twee kalifen, nl.:

I (Aboe Hafsa ibn-al-Khattab), de tweede kalif, was een achter-aehterneef van Mahomed. Aanvankelijk een vinnig vervolger van het Islamismus, omhelsde hij echter die leer in 615, en werd zelfs een der voornaamste apostelen van den Profeet. Eerst kanselier van Aboe-Bekr (den eersten kalif), werd O. diens opvolger in 634, en nam toen, bij den titel van kalif, tevens den titel aan van Emir-al-moemenim, d. i. Vorst der geloovigen. Zoo door zijne eigene veroveringen als door die van zijne veldheeren, gaf hij eene groote uitbreiding aan de grenzen van zijn rijk, maakte zich meester van Syrië, Perzië, Egypte, drong voorwaarts tot Tripoli, en werd 644 van het leven beroofd door een dweepzieken Arabier. Hij had den ouderdom van 63 jaren bereikt. Niet minder dan 40,000 christentempels, zegt men, werden door 0. verwoest, en meer dan 1400 moskeen gesticht; intnsschen heeft men hem ten onrechte beschuldigd van het verbranden van de Alexandrijnsche bibliotheek (zie AMROE). Hij voerde de tijdrekening der Hedzjra in Egypte in. Zijne nagedachtenis wordt in eere gehouden bij de Sunnieten (zie dat art.); doch de Sjyieten (zie dat art.) verfoeien hem, en noemen Aboe-Bekr, Omar en Othinan usurpators.

II, achtste ommiadtsche kalif, van moederszijde een achterkleinzoon van Omar 1, volgde in 717Soliman,den zoon van VVaiid 1, op den troon, was eenvoudig, zonder aanmatiging en rechtvaardig, doch mishaagde den ommiadischen prinsen, en werd uit den weg geruimd door middel van vergif (720).

< >