Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Offenburg

betekenis & definitie

1) stad in Baden, in den Middelrijnkreis, aan den ingang van het Kintzig-dal, ruim 8 mijlen bezuiden Carlsruhe; 4500 inw.; was voorheen eene vrije rijksstad, en stond als zoodanig in den laatsten tijd tot 1805 onder protectoraat van Oostenrijk. In 1853 werd hier een gedenkteeken opgericht ter eere van Francis Drake.

2) stadje in Zevenbergen, stoel Weissenburg; in de nabijheid goud-, zilver- en antimonium-mijnen.

< >