Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Noailles

betekenis & definitie

oud adellijk fransch geslacht in Limousin, herkomstig uit Noailles bij Brives, klimt op tot de 10e eeuw, en beslaat nog voort in twee takken, van welke de jongste tak zich N.-Mouchy noemt. Deze jongste tak werd gesticht door

(Philippe de), hertog van Mouchy, geb. 27 Nov. 1715, die maarschalk van Frankrijk werd, doch 27 Juli 1794 zijn leven moest eindigen op het révolutionnaire schavot.

Uit den oudsten tak hebben zich onderscheiden:

(Antoinede), geb. 4 Sept. 1504, werd admiraal van Frankrijk, en stierf 11 Maart 1562 als gouverneur van Bordeaux.

(Louis Antoine de), kleinzoon van den vorige, geb. 27 Mei 1651, was kardinaal en aartsbisschop van Parijs, stelde zich aan veel vervolging bloot in de Jansenistische twisten, vooral door zijn verzet tegen de bul Unigenitus; hij eindigde echter met die bul te onderteekenen (1728), en stierf 4 Mei 1729.

(Anne Jules de), oudste broeder van den kardinaal, geb. 5 Febr. 1050, was een der beste veldheeren uit het laatste tijdperk der regeering van Lodewijk XIV, door wien hij tot Hertog van N. verheven werd; hij stierf 2 Oct. 1708.

(Adrien Maurice, hertog van), oudste zoon van den vorige, geb. 29 Sept. 1678, fransch maarschalk, inzonderheid bekend uit den franschen successie-oorlog en uit de veldtochten aan den Rijn, was later werkzaam als diplomaat, en stierf 24 Juni 1766.

(Paul, hertog van), achterneef van den vorige, geb. 4 Jan. 1802, heeft als geschiedschrijver naam gemaakt. Voornaamste werk : Henri de Valois el la Pologne en 1572 (3 dln. Parijs 1867).

< >