Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Niccolo Macchiavelli

betekenis & definitie

geb. te Florence 5 Mei 1469, behoorde tot een adellijk maar arm geslacht, was gedurende 14 jaren (van 1499 tot 1512) secretaris der Florentijnsche republiek en als zoodanig belast met het opteekenen van hetgeen verhandeld werd in de zittingen van den raad der tien hoogste magistraatspersonen, alsook met het opstellen van de tractaten en van de uitgaande brieven. In die hoedanigheid oefende hij eenen grooten invloed uit op den gang der zaken, en werd met onderscheidene zendingen belast naar Frankrijk, Duitschland, Rome.

Tengevolge van eene omwenteling, die de Medicis weder aan het roer van staat bracht in Florence (1512), verloor M. zijn ambt, zag zich reeds kort daarna betrokken in een proces tegen den kardinaal de Medicis (die later paus werd onder den naam van Leo X), werd op de pijnbank gebracht, en vervolgens gebannen; hij mocht er evenwel in slagen eenige jaren later het vertrouwen der Medicis te winnen, werd toen weder aangesteld (1521), en stierf te Florence 22 Juni 1527. Gedurende den tijd, dien hij in ongenade was, schreef L. de meeste zijner werken, waarvan de voornaamste zijn: II principe (Venetië 1515; ontelbare malen herdrukt; uitmuntend in het Duitsch vertaald door Rehberg, 2e druk Hanover 1824); in dit werk, dat Frederik II in zijn »Antimacchiavell" een der gevaarlijkste boeken noemt, onderwijst M. aan de dwingelanden door welke middelen zij hun doel kunnen bereiken, des noods ten koste van rechtvaardigheid en menscheiijkheid; de verachtelijke staatkunde, daarin blootgelegd, is sedert de macchiavellistische genoemd; het manuscript dezer verhandeling droeg M. in 1514 op aan Laurentius de Medicis, die sedert kort meester van Florence was geworden, en zulks in de hoop op diens bescherming. In de Biscorsi sopra la prima decade di Tito lAvio (Venetië 1532), geschreven omstr. 1516, doet M. zich wel als een diep denker kennen, maar ontwikkelt daarin dezelfde verfoeilijke staatkundige leerstellingen als in het eerstgenoemde boek. Zijn voornaamste werk is echter Istorie fiorentine, de geschiedenis van Florence, loopende van 1205 tot 1424, door M. geschreven omstr. 1524, en o. a. in het Duitsch vertaald door Neumann (2 dln. Berlijn 1809). Wijders heeft men van M.: Legazioni, of het verhaal van zijne ambassaden; alsook een werk •Over de kunst van oorlogvoeren”; zoomede eenige looneclstukken, waaronder la Mandragore (zeer losbandig van strekking) en verscheidene novellen, waaronder Belphegor. Van M.'s werken (die te Rome allen op den Index staan) zijn sedert 1550 herhaalde malen complete editièn in het licht verschenen (de beste is die in 8 dln. Florence 1813, herdrukt 1860 en V.). Lezenswaardig is een werkje van Artaud de Montor, getiteld: Machiavel, son génie et ses erreurs (2 dln. Parijs 1833).

< >