Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Mesopotamië

betekenis & definitie

lat. Mesopotamia, d. i. tusschen de stroomen gelegen land, het tegenwoordige Aldzjezireh (op het livah Diarbekr na), in de oudheid het landschap in Azië, tusschen den Euphraat en den Tigris, ten N. begrensd door de Masius-bergen, ten Z. door Chaldea en Babylonië; het werd ingedeeld in Opper-M. (in het noorden, strekkende van den Mygdonius tot den Tigris) en Neder-M. (bezuiden den Euphraat, waarom dit gedeelte ook wel Arabia Transeuphratensis heette); Neder-M. lag nagenoeg woest; Opper-M. daarentegen was vruchtbaar, goed bebouwd en volkrijk.

Ofschoon het geen eigene geschiedenis heeft, speelt M. nogtans van den aanvang der tijden af tot in de middeleeuwen in de geschiedenis eene belangrijke rol. Menigvuldig vinden wij er gewag van gemaakt in den Bijbel (o. a. Gen. 24: 10; Deut. 23: 4; Richt. 3:8; 1 Chron. 19:6; Ps. 60: 2; Hand. 2: 9 ; 7: 2); uit M. geboortig waren Nahor, Terah, en verscheidene andere aartsvaders. De voornaamste steden waren: (in Opper-M.) Nisibis, Edessa, Haran of Carrhae, Amid; (in Neder-M.) Atra, Neharda en Cunaxa. Het gewichtigst was M. onder de koningen van Assyrië en onder de Babylonische heerschappij; vervolgens kwam het onder het gezag van Perziê, toen van Macedonië, daarna onder de Seleucieden, toen onder de Parthen, en eindelijk onder de Romeinen (deeersten, die aan de verovering van M. begonnen, waren Lucullus en Pompejus); doch bet bezit van M. werd hun aanhoudend betwist door de Parlhen, zoodat de romeinsche keizers op het laatst daarvan afzagen, en den Euphraat als grensscheiding stelden voor hun grondgebied in het Oosten. Als zetel der kalifen verhief M. zich opnieuw tot eenen trap van bloei; doch sedert de 11e eeuw begon het door de invallen der Seldzjoeken, Tartaren en Turken meer en meer in verval te geraken, en is thans niet veel meer dan eene onbewoonde woestenij.

< >