Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Mercia

betekenis & definitie

(het land der Merciërs, een stam der Angelsaksen) heette het in 584 doorCrida gestichte koninkrijk, zijnde het laatstgestichte der Heptarchie; het bevatte de tegenwoordige engelsche graafschappen Gloucester, Worcester, Leicester, Norlhampton, Bedford, Buckingham, Derby, Notlingham, Hereford, Warwick, Chester, Lincoln, enz.; de hoofdstad was Lincoln. De voornaamste koningen van M. zijn geweest: de woelzieke Penda (625—655); Ethelred, die bet graafschap Lincoln in 679 inlijfde bij zijn rijk; Kenred, die in 709 te Rome monnik werd; Offa, die van 757 tot 796 regeerde, en die op het punt stond de 7 koninkrijken onder zijnen schepter te vereenigen; Wiglaf, aan wien de kroon ontweldigd werd door Egbert, koning van Wessex, die in 827 de gansche Heptarchie onder zijn gezag bracht.

< >