Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Chester

betekenis & definitie

1) C., of Cheshire, graafschap ter westkust van Engeland, groot 52 vierk. mijlen,thans bevolkt met circa 510,000 zielen, was oudtijds bewoond door de Cornaviêrs, en maakte onder de Romeinen deel uit van Flavia Caesariensis. Willem de Veroveraar verhief het tot een paltsgraafschap ten behoeve van zijn neef Hugo, en verleende aan hetzelve groote privilegiën, die later door Hendrik VIII werden ingekrompen.

Sedert Edward III heeft de oudste zoon des konings steeds den titel gevoerd van “Grpfvan C”. De rivieren van C. zijn : Dee, Weaver, Dane, Tame en Mersey.2) C., het oude Deva of Ceslria, aan de Dee, met 28,000 inw. en haven, is de hoofdpl. van het engelsche graafschap C.; deze stad is gesticht door Willem den Veroveraar. In 1645 (23 Sept.) deed koning Karel hier eenen aanval op de parlementstroepen; doch zijne armee werd geheel verslagen, op devlugt gedrevenen verstrooid. —’3) stad in Pennsylvaniê, graafschapDelaware, aan de riv. Delaw'are, 1700 inw.; werd in 1643 gesticht door zweedsche kolonisten, en heette aanvankelijk Upland.

< >