Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Helena

betekenis & definitie

de schoonste vrouw der oudheid, eene dochter van den spartaanschen koning Tyndareus en diens gemalin Leda (volgens de fabel was zij bij Leda verwekt door Jupiter, die de gedaante van een zwaan aangenomen had om Leda te kunnen verkrachten). Zij werd de vrouw van den spartaanschen koning Menelaus, die eene dochter (Hermione) bij haar verwekte; doch tijdens eene afwezigheid van haren gemaal liet zij zich verleiden door den trojaanschen prins Paris, met wien zij op den loop ging, hetgeen de aanleidende oorzaak werd tot den bloe-

digen trojaanschen oorlog, die met den ondergang van Troje eindigde. De legende is overigens ten aanzien van H.'s andere lotgevallen schier onuitputtelijk; volgens sommigen werd zij, nadat Paris in het beleg van Troje gesneuveld was, de vrouw van diens broeder Deiphobus, doch leverde dien prins op verraderlijke wijze over aan de Grieken, en werd ter bekroning daarvoor weder in genade aangenomen door Menelaus, die haar naar Sparta terugbracht. Na den dood van Menelaus genoodzaakt Sparta te verlaten, nam zij de wijk naar Rhodus, waar zij op bevel van Polyxo (de gemalin van Tlepolemus, die bij het beleg van Troje gesneuveld was) opgehangen werd.

< >