tooveres of toovernimf in de overleveringen van Poitou, stamde af van zekeren Elenas, koning van Albanië; zij trouwde met Raymundinus, graaf van Poiton, en werd zoodoende de stammoeder der huizen van Lusignan (dus ook van de later daaruit gesprotene dynastién van Jeruzalem en Cyprus), van Luxemburg en van Bobemen. Omdat zij haren vader vermoord had, moest zij eiken zaterdag de gedaante eener slang aannemen.
Haar echtgenoot, die van dezegedwongene gedaante-verwisseling geen kennis droeg, trof haar eensin die gestalte aan, eu liet haar in een onderaardsch verwulfsel van zijn kasteel van Jusignan opsluiten, van waar zij 1574, toen de toren van dat kasteel afgebroken werd, voor goed verdween. Volgens eene andere lezing had zij haren man gewaarschuwd, haar nooit op den dag dier metamorphose te bezoeken; toen hij dat toch deed uit nieuwsgierigheid, verdween zij voor immer, en speelde sedert dien tijd in den toren van zijn kasteel de rol van “de Witte Vrouw’' (La Dame BIancae) telkens als er in hare familie of in het daarmede verwante koninklijk geslacht een sterfgeval op lil was.
