Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Megen

betekenis & definitie

lat. Magurn, plattelandsstadje in Noord Braband, aan de bocht der Maas, 5 uren gaans benoordoosten 's-Hertogenbosch; omstr. 1000 inw.; werd door de Gelderschen ingenomen 1512 en 1528, en door graaf Hohenlo 1582; leed veel beschadiging bij den watervloed van Jan. 1809.

Voorheen was M. de hoofdplaats van het graafschap M., dat reeds in 1293 een eigen graaf had; in 1794 door deFranscben in bezit genomen, 1800 aan de Bataafsche republiek afgestaan, 1810 mede bij Frankrijk ingelijfd,en sedert 1815 rijksdomein.