geb. 1491 te Schlettstadt in den Ëlzas, eerst dominicaner monnik en hofprediker van den keurvorst van den Palts. Bij de disputatie te Heidelberg leerde hij Luther kennen (1518); 1521 trad hij in het huwelijk, en werd te Straatsburg gedurende ruim 20 jaren een ijverig prediker voor de zaak der Hervorming en theol. professor.
Zijn groote streven was het bewerken van eendragt tusschen Luther en Zwinglius. Op aanzoek van den aartsbisschop Thomas Cranmer ging hij 1549 naar Engeland,en werd prof. aan de universiteit te Cambridge*,'Waar hij 27 Febr. 1551 stierf. Onder de roomsch-katholièke koningin Maria werd zijn gebeente op de markt te Cambridge, openbaar, als dat van een ketter verbrand (6 Febr. 1556); doch onder koningin Elizabeth werd zijn graf hersteld.