Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Mailly

betekenis & definitie

adellijk oud geslacht uit Picardië, dat zijnen naam draagt naar het landgoed Mailly, bij Amiens, en een groot aantal uitstekende mannen, (krijgslieden,geestelijken, staatsmannen, schrijvers, enz.) heeft opgeleverd. Het bezat het markizaat van Nesle, waaraan voor het hoofd van het geslacht den titel was verbonden van Eersten markies van Frankrijk.

Vooral bekend zijn:(Francois de) 1658— 1721, kardinaal-aartsbisschop van Reims, die zich sterk tegen het Jansenismus verklaarde, de bul Unigenitus verdedigde, en aan den Regent en het Parlement het hoofd bood.

(ridder de), petekind van Lodewijk XIV, schrijver van eene Hist. de la République de Gênes, en van een Eloge de la Chasse, on onderscheidene andere geschriften, welke meerendeels zeer zeldzaam zijn; gest. omstr. 1724.

M.-d’Haucourt (J. Auguste, graaf van),maarschalk van Frankrijk, maakte met veel roem al de veldtochten van Lodewijk XV mede, was later gouverneur van Roussillan, waar hij landbouw, handel en kunsten deed bloeien, en onderscheidde zich op 10 Augustus 1792 door zijne ridderlijke gehechtheid aan den koning; op bevel van Lebon gevat, stierf hij op zijn 86e jaar op het schavot te Arras in 1794.

(vier zusters uit het geslacht), namelijk de gravin van Mailly, de gravin van Vintimille, de hertogin van Lauraguais, de markizin van ia Tourelle (later hertogin van Châteauroux), verwierven aan het hof van Lodewijk XV eene weinig benijdenswaardige vermaardheid, en wierpen eene smet op de eer van haar geslacht.