Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Maieische taal

betekenis & definitie

wordt inzonderheid die taal van den maieischen stam genoemd, die oorspronkelijk door de bewoners van het rijk Malakka gesproken werd, en die zich door hunne veroveringen, hun handelsverkeer en de van hen uitgegane volkplantingen over den ganschen Oost-Indischen archipel verbreid heeft. Behalve vele woorden uit verscheidene andere talen van den maieischen taalstam, heeft de M., sedert de invoering van het lslamismus ook arabische woorden, en later ook portugeesche en hollandsche in zich opgenomen.

Voor de spraakkunstige beoefening van de M. hebben zich inzonderheid verdienstelijk gemaakt: Roorda van Eysinga (Nederlander) , Marsden (Engelschman) ,Dulaurier(F ranscliman). Eene uitvoerige karakteristiek der Maieische talen heeft W. van Humboldt geleverd in zijn beroemd werk: Ueber die Kawisprache (3 dIn. Berlijn 1836—40).

< >