geb. te Arles 473, was in 511 consul, doch zeide aan alle wereldlijke ambten vaarwel, omhelsde den geestelijken stand, werd vervolgens bisschop van Pavia, en stierf 521. Als kerkelijk schrijver leverde hij een aantal gedichten en brieven, eene lofrede op Theodorik, bij wien hij in hooge gunst stond, levensbeschrijvingen van de heiligen Epiphanès en Antonius, enz.
Al zijne werken verschenen in het licht 1696 te Parijs en 1729 te Venetië.