geb. omstr. 1544 woonde te ’s-Gravenhage bij haren broeder, die raadsheer was bij hel Hooge Gerechtshof van Holland. Slechts met veel moeite liet hare familie zich bewegen toestemming te geven tot hare verloving met den Spaanschen veldoverste Franciscus de Baldez (of Valdez); toen deze Leiden belegerde, besloot hij die stad stormenderhand te veroveren, doch liet zich van de bestorming weerhouden, door de beden en bedreigingen zijner geliefde.
Na Leiden's ontzet liet hij haar met hare zuster naar Antwerpen komen, waar het huwelijk voltrokken werd. Daar hij zich echter niet in Holland durfde wagen, bleven zij te Antwerpen metterwoon gevestigd tot aan zijnen dood (1580). Toen in Holland teruggekeerd, trad Magd. M. in bet huwelijk met jonkheer Willem de Bie, en na diens dood hertrouwde zij nogmaals, met jonkheer Jurriaan van Lennep, een Cleefsch edelman. Hare drie huwelijken bleven kinderloos, en zij stierf op hooge jaren te Utrecht.