of Lilhauen (groothertogdom). Aanvankelijk verstond men onder dezen naam slechts eene landstreek benoordoosten Pruisen, aan de Niemen en de Wilia, waarin geen andere steden lagen dan Kowno, Jurbock en Wilkomirsz.
In de 13e eeuw werd aan dit landschap uitbreiding gegeven, en van toen af strekte het zich uit naar de zuidzijde tol over den Pripets, naar de westzijde 12 a 13 mijlen boven Brzetst-Litewski, naar de oostzijde tot bij Witebsk een Smolensk. In de 14e eeuw groeide het nog veel meer aan, en bevatte toen geheel VVitRusland ; de oost-grens van L. liep langs de oostzijde der steden Toropetz, Wiazma.Kozelsk, Mizensk en Siniowka; Kiew en al de zich in den Dnieper ontlastende rivieren tot aan de Worskla waren in L. begrepen. Zoo stond het met L., toen de groothertog Jagello tot den troon van Polen geraakte en dus de koninklijke en herlogelijke kronen beiden op zijn hoofd vereenigde. Intusschen werd L. nagenoeg altijd afzonderlijk beheerd, en kenmerkte zich aanhoudend door het streven om zich van Polen af te scheiden (eerst bij de troonbeklimming van Casimir IV in 1444 hield L. op, zijn eigen hertog te hebben). In de 16e eeuw werd aan de grootheid van L. den genadeslag toegebracht. Eenerzijds door de veroveringen van den russischen grootvorst Iwan lil reeds beroofd van Severië en Smolensk, werden andererzijds Volhynië, Podolië en Kiew bij het koninkrijk Polen ingelijfd; hetgeen in 1569 het lot van geheel L. werd. Bij de eerste verbrokkeling der Poolsche monarchie (1774), kwam een groot gedeelte van L. aan Rusland, dat bij de 2e en 3e deeling van Polen meester werd van het overige gedeelte van ’t voormalige L. (uitgezonderd evenwel het district Gumbinnen, dat tegenw. aan Pruisen behoort). Het L. zooals het in de 17e eeuw was, vormt tegenw. de 5 russische gouvernementen Mohilew, Polotsk, Wilna, Grodno, Minsk, en het pruis. distr. Gumbinnen. De hoofdstad van het groothertogdom L. was aanvankelijk Grodno, later Wilna.Hertogen en Groot-Hertogen van Litauen:
I. Vóór de vereeniging met Polen.
Erdiwil
Ringold omstr. 1230
Mendog 1238
Troynat 1263
Wolstinik 1265
Suintorog 1268
Ghiermond 1270
Giligin 1275
Romund 1278
Trab 1280
Narimund 1280
Troyden 1282
Witen 1283—1315
Gedimin 1315—1328
Jawnut 1328—1330
Olgierd 1330 of 1341—81
Kieistut 1382
Jagello 1382—1386
II. Sedert de vereeniging.
Skirgell of Casimir, 1386
Sigismund 1432
(Witold) Alexander, 1392
Swidrigel(Boleslas), 1430
Casimir (IV van Polen), 1440—1444