(G. Parisot de), 48e grootmeester der Maltezer-orde, geb. 1494, werd gekozen 1557.
Bij verscheidene gelegenheden had hij doorslaande blijken gegeven van zijnet) moed; en zoodra hij aan het hoofd der orde stond deed hij met goed gevolg krijgstochten tegen de Ongeloovigen. Hij was zelfs op het punt om zich meester te maken van Tripoli. Soliman II, om wraak te nemen over de geledene verliezen, zond 40,000 man op hel eiland Malta af met 200 schepen, gekommandeerd door Occhiali, Dragut, Piali, Mustapha (1565). Deze strijdmacht hield het eiland 4 maanden geblokeerd, zonder iets te winnen, dan dat zij een oogenblik meester was van bet fort St.-Elmo. Nadat de weergalooze heldenmoed en de bewonderenswaardige taktiek van den grootmeester dus het gansche doel der blokade had verijdeld, liet hij de stad bouwen, die naar hem genoemd is (zie VALETTE), en maakte het eiland onneembaar. Hij stierf 1568.(J. L. de Nogarel de), hertog van Epernon; zie EPERNON.
(Bernard de Nogaret, hertog van), zoon van den vorige, geb. 1592, werd 1636 in het veld gezonden tegen de Spanjaarden, speelde eene dubbelzinnige rol hij het beleg van Fuenta-Rabia (4638); deswege in staat van beschuldiging gesteld, vluchtte hij naar Engeland, en werd 1639 bij verstek ter dood veroordeeld. Na den dood van Lodewijk XIII werd dit vonnis herzien, en E.-V. aangesteld als gouverneur van Guyenne, later van Bourgogne, waar hij zich gehaat maakte, en 1661 stierf.
(Louis de Nogaret, genaamd kardinaal), broeder van den vorige, was aartsbisschop van Toulouse; hij kommandeerde de fransche troepen in Duitschland (1635 en 1637) en in Savoje (1638 en 1639) en stierf te Rivoli 1639. Hij was steeds de slaafsche aanhanger van Richelieu, waarom men hem spottenderwijs den Cardinal-Valet noemde, in tegenstelling van den Cardiml-Minislre.
(Pater), een Jezuïet, was sedert 1747 superieur der missiën voor Martinique, toen hij eene compagnieschap aanging met een Jood op het eiland Dominique, om een monopolie-handel te drijven. De bewoners dier eilanden, daardoor te gronde gericht, leverden hun beklag in aan het gouvernement, en pater L.-V. werd 1753 teruggeroepen. Hij wist het echter zoo ver te brengen, dat hij opnieuw naar de Antillen werd gezonden als visiteur-generaal en apostolisch prefect, en nu begon hij zijne handels-ondernemingen van voren af aan. Eenige door hem uitgeruste schepen vielen in handen der Engelschen, en pater L.-V. ging failliet voor drie millioen. De zaak werd echter voor het parlement gebracht, en pater L.-V. ter zake van frauduleus bankroet veroordeeld 1761. Dezehistorie werkte zeer ongunstig terug op de Orde der Jezuïeten, die 16 maanden later uit Frankrijk werd verbannen.
(Marie Cbamans), geb. 1769 te Parijs uit eene koopmansfamilie, gest. 1830, onderscheidde zich in de veldtochten van Italië, werd tot aide-de-camp gekozen door generaal Bonaparte, aan wien hij steeds zeer gehecht bleef; hij vergezelde hem naar Egypte, naar Duitschland, naar Pruisen; werd verbeven tot rijksgraaf, en vermaagschapte zich met de keizerlijke familie, doordien hij in den echl trad met eene jonkvrouw Beauharnais, nicht der keizerin. Hij was directeur der posterijen in 1814, verloor die betrekking bij den terugkeer der Bourbons, maar trad weder in functie 1815, zoodra de prinsen Parijs verlaten hadden, en bevorderde krachtdadig den terugkeer van Napoleon. Deswege na de Honderd Dagen in staat van beschuldiging gesteld, werd hij, in weerwil van de capitulatiên, ter dood veroordeeld ; en dit vonnis zou werkelijk aan hem voltrokken zijn geworden, indien niet zijne vrouw bij het laatste bezoek, dat zij hem in de gevangenis bracht, met hem van kieedcren verwisseld ware, en hem zoo in staat had gesteld te ontsnappen; drie engelsche officieren (Hutchinson, Wilson en Bruce), die de ontsnapping in de hand hadden gewerkt, brachten bent in veiligheid over de fransche grenzen. Hij nam de wijk naar Beieren, en verkreeg eerst 1820 vergunning om naar Frankrijk terug te keeren.