1) veldheer van Sylla,droeg veel bij lot de overwinning van Cheronea (87 v. Chr.).
Bij de afwezigheid van Sylla werd aan M. de leiding toevertrouwd van den 2en oorlog tegen Mithndates (82 v. Chr.); hij maakte zich meester van Comana, doch ondervond vervolgens eenige tegenheden, en werd genoodzaakt tot den terugtocht.2) zoon van den vorige, diende met lof onder Lucullus in den 3en oorlog tegen Mithridates, en werd anno 61 v. Chr. benoemd tot consul. Door Cato beschuldigd, dat hij zich van omkooperij bediend had om tot die waardigheid te geraken, werd M. verdedigd door Cicero in eene uitmuntende redevoering, die tot ons gekomen is.