duitsch Kurmark, de naam van het voornaamste gedeelte der mark Brandenburg, m tegenstelling van het kleinste gedeelte (de Nieuwe mark: de Neumark), was 447 vierk. mijlen groot, bevolkt met 839,000 zielen, en splitste zich in: de Oude mark (Altmark), met de hoofdplaats Stcndal; de Voormark (Vormark) of Pnegnilz met de hoofdplaats Perleberg; de Middel-mark (Miftclmark) met de hoofdpl. Brandenburg; deOeker-mark (Ükermark) mei de hoofdplaats Prentziau; en de heerlijkheden Beeskow en Starkow.
De benaming K. ontstond door de overdracht van de keurvorstelijke waardigheid (Kurwurde) op Brandenhurg, onder Lodcwijk II uit het huis Wittelsbach omstr. 1360, en verdween weder met den tenietgang van de duitsche rijksconstitutie. Toen werd de Altmark aan het maagdenburger, de Priegnitz, de Ükermark en het grootste gedeelte der Mittelmark aan het potsdammen, de rest der Mittelmark en de bceskow-starkower kreis aan het frankforter regeerings-district toegevoegd.