Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Kirgizen

betekenis & definitie

eigenlijk Kirgis-Kaisaken, een het Mahomedanismus belijdend, nomadiseerend volk in de groote steppen tusschen den benedenloop van de Wolga, de Caspische Zee, Siberie, China en Turan. De K. spreken een turksch-tartaarsch dialect, en zijn tegenw., behoudens eenige weinige uitzonderingen, aan Rusland onderworpen.

Men onderscheidt ze in 4 afdeelingen of horden, nl.:1) de Groote Horde, omstr. 100,000 zielen, op 2713 vierk. mijlen, tusschen liet Balkhasj-meer en de chineesche grenzen, aan de zuidzijde door den Koengi-Alatau gescheiden van de stamverwante Zwarte K. of Boeroeten; de Groote Horde is eerst sedert 1819 aan Rusland onderworpen ;
2) de Middelste Horde, reeds sedert 1731 aan Rusland onderworpen, is 350,000 zielen sterk, en bewoont sedert 1854 het russ. gebied Semipalatinsk en der Siberische K.,eene uitgestrektheid van 19,304 vierk. mijlen;
3) de Kleine Horde,ook Orenburgsche K., sedert 1731 onderworpen aan Rusland, verspreid over 17,250 vierk. mijlen, omstr. 650,000 zielen sterk.

Hierbij komt nog

4) de Boekejewsche of Binnenlandsche Horde, sterk 82,000 zielen op circa 1083 vierk. mijlen.

Het geheele door K. bewoonde land, de zoogenaamde Kirgizen-steppe, omvat dus, met inbegrip van de aan Rusland onderworpene Boeroeten, eene uitgestrektheid van 40,766 vierk. mijlen met 1,251,000 zielen. De K. splitsen zich in adel en volk; bij den adel onderscheidt men: khans der horden, en saissans of aanvoerders van afzonderlijke afdeelingen.

< >