musulmansche sectarissen, volgelingen van Karmath (zie dat art.), waren slechts een tak van de Ismaélieten. Ze waren aanhoudend in oorlog met de kalifen van Bagdad, die zij beschouwden als onwettig.
De K. heerschten over een gedeelte van Arabie en over de monden van den Euphraat. Onder Djafer II (Moktader Billah) viel Mekka in hunne macht. Ze werden omvergeworpen en uitgeroeid in 982. Men gelooft, dat de Nosairis, die men tegemv. in sommige gedeelten van Syrië aantreft, een overblijfsel van de K. zijn.