Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Joost buik

betekenis & definitie

geb. 1506 te Amsterdam, heeft 16 maal de waardigheid van burgemeester aldaar bekleed, was zulk een blind aanhanger van Spanje en Rome, dat hij niets deed om zijn eigen schoonbroeder Pieter de Wit te redden,toen deze tot de schavotstraf met het zwaard was veroordeeld, omdat hij eene predicatie bij de Geuzen had bijgewoond. Toen Amsterdam eindelijk 26 Mei 1578 de zijde van Spanje verliet, was B. onder de regeringsleden, die met de geestelijken ter stadspoort uitgeleid werden en gebannen; hij ging toen aan hel Haagsche Schouw wonen, en stierf 1588.

< >