Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Joachimsthal

betekenis & definitie

1) stad in Bohemen, aan de Weseritz, 5 uren gaans benoorden Elnbogen; 5700 inw.; rondom J. zilver-, lood-, tin- en ijzermijnen; naar dit J. werden de eerste daalders genoemd (Joachimslhaler).

2) stad in 't pruis. reg.-distr. Potsdam, lusschen het Werbeliiner- en Grimnitzmeer; 2100 inw.; de ineen voormalig zomerpaleis 1607 door keurvorst Joachim-Frederik gestichte prinselijke school werd 1640 als een gymnasium (Joachimthalsch gymnasium) naar Berlijn verplaatst.

< >